Gevaar

De civiele procedure tegen de Staat heeft als doel gezondheidsschade en ernstige verstoring van de leefbaarheid door vliegtuigverkeer te voorkomen.
Daarom richt RBV zich op drie thema’s: Lawaai, Vervuiling en Gevaar
Gevaar
De omwonenden van Schiphol staan in hun woonomgeving meer bloot aan gevaar dan inwoners rond andere bedrijven.
De Staat accepteert voor het vliegverkeer rond Schiphol een veiligheidsrisico, ‘neerstortgevaar’, dat tien keer zo hoog is als hetgeen voor andere industriële inrichtingen wordt aanvaard.
Het accepteren van het – voor elders in Nederland onaanvaardbaar hoog geachte – risico voor de omwonenden, is volgens de Staat de enige mogelijkheid. Het alternatief is dat een (te) groot gebied met woningen moet worden gesloopt. De gedachte om het risico van neerstortgevaar te verminderen door minder te vliegen over bewoond gebied, wordt door de Staat niet overwogen.
Ook wordt niet overwogen om toe te werken naar een situatie waarbij het bewoond gebied met een bovenmatig neerstortgevaar steeds kleiner wordt. Integendeel. Van 2015 tot 2019 is het aantal vliegtuigbewegingen met 50.000 gegroeid. Het aantal woningen met een bovenmatig veiligheidsrisico is daardoor bijna verdubbeld. Maar die verdubbeling was geen reden om van groei af te zien.
Vanuit oogpunt van gezondheid en woongenot eist RBV:
- Een drastische vermindering van het vliegtuiglawaai.
De minister zou bovendien de volgende maatregel moeten nemen:
- De luchthavens dezelfde normen opleggen om omwonenden tegen dodelijke ‘bedrijfsongevallen’ te beschermen, als bij industriële inrichtingen.